De zaal is goed gevuld tijdens de Noordelijke Zadenmarkt van 9 maart j.l., maar liefst 65 mensen willen horen van Hoogleraar Pier Vellinga te vertellen heeft, de lezing is opgedeeld in drie onderwerpen, klimaatverandering, landbouw en voedsel en ontwikkelingen in de maatschappij.

Vellingga: “Klimaatverandering is mijn vak. Landbouw en voedsel zijn minder mijn vak maar ik heb wel belangstelling hoe gaat het met de wereld en waar het naartoe gaat met de wereld.”

De lezing van de hoogleraar begint met een quiz met multiple choice vragen, bezoekers van de lezing kunnen meedoen en als ze een vraag verkeerd hebben beantwoord zijn ze af. De vragen gaan over de toename van de gemiddelde wereldtemperatuur sinds 1920 (één graad) en in Nederland (2 graden) en over de stijging van de zeespiegel per jaar in de afgelopen 20 jaar (3,5 mm wereldwijd en in Nederland 1,9 mm). De oceaan is heel bobbelig omdat de dichtheid van het water varieert, zo is er zout en minder zout water en zo heb je gebieden waar meer en minder water staat, er kan wel 100 meter verschil in zitten. De laatste vraag van de quiz gaat over de toename van de hoeveelheid regen in Nederland ten opzichte van 100 jaar geleden, dit is maar liefst 27 procent meer. Droge jaren worden wat minder droog en de extremen worden groter. Het regent meer. Er zijn maar een paar mensen in de zaal die alle vragen juist beantwoord hebben.

Vervolgens gaat de heer Vellinga verder over de klimaatverandering. “Klimaatverandering gaat langzaam, we passen ons aan. Waarom is het dan toch erg? Kleine aanpassingen gaan nog wel, maar de natuur heeft last van grotere schommelingen. Gelukkig heeft de overheid wel klimaatakkoorden en Parijse doelen gesteld, die zijn cruciaal voor het beperken van een ontwrichting van de klimaatverwarming. Het is net als bij een thermostaat, als je het omhoog draait, dan duurt het nog even voordat het echt warm wordt. Ondertussen zit er al zoveel klimaatveranderingen in de lucht dat er forse aanpassingen nodig zijn. We moeten met die activiteiten die de broeikaseffecten veroorzaken, radicaal naar beneden. Het is niet niks, je moet een hele andere energie economie hebben. Nu zie je dat ook landen als China hele grote emissies hebben.Vroeger dachten we; laten we ons eerst richten op Amerika en Europa. Maar ook andere landen hebben grote emissies. De prijs van zonnestroom daalt snel, deze halveert iedere vier tot zes jaar. Nu is de efficiency 14 procent, over 5 jaar al 30 efficiënt. In Saoedi Arabië is zonnestroom goedkoper dan energie uit olie. Auto’s zijn hier duur en luxe, in China veel elektrische scooters. China investeert meer in duurzame energie dan Amerika en Europa samen! We moeten echt bijblijven. Zoals Groot Brittannië begon met de industriële revolutie en later ook achterliep. Wij dreigen achter te gaan lopen.”

Maar hoe zou Nederland eruit moeten zien als we geen fossiele brandstoffen meer zouden gebruiken? 6-8 % van ons landoppervlak zouden we moeten vol leggen met zonnepanelen en als we 10% Noordzee continentaal plaat met windmolens levert dit evenveel energie als we in nu in totaal in Nederland gebruiken voor huishoudens, industrie, landouw, verkeer en transport. Het plaatje ligt klaar, maar toch wordt er moeilijk over gedaan. Heel veel van ons verdienen geld aan fossiele brandstoffen, 20% van het huidige werk is gelieerd aan werk met fossiele brandstoffen, zoals bij de NAM, de Shell en in de chemie. Dat is het grootste probleem, de oude economie houdt vast aan zichzelf en heeft moeite om over te schakelen. In de nieuwe economie, moet je wel verzinnen wat je dan kan doen, als je een benzinepomp eigenaar bent bijvoorbeeld. Waterstof of andere buffers zijn nodig om periodes van windstilte en donkerte te overbruggen. Mijn stelling is, we hebben een goed perspectief, maar het is een kwestie van tijd, het duurt het nog 10 of 20 jaar voordat we allemaal elektrisch gaan rijden.

Een vraag uit de zaal luidt, zijn accu’s niet het asbest van de toekomst? Hoogleraar Vellinga: “Ik zie dat nog niet, natuurlijk kost die transitie ook energie, maar als je berekent wanneer heeft de windmolen zijn eigen energie terugverdiend? Dat is zo’n 2 jaar en ze blijven zo’n 30-40 jaar draaien. Het is niet zo dat je geen problemen meer hebt, maar het is van een andere orde.”

Een andere vraag uit de zaal; “hoe moeten die panelen worden gerecycled?” Hoogleraar Vellinga: “Je kunt om het ene probleem niet op te hoeven lossen, het andere probleem groter maken. Dit is van die orde.”

Opnieuw stelt iemand een vraag: “We zitten in een interglaciale periode, dan is het normaal dat de temperatuur stijgt? Hoogleraar Vellinga: “We zitten nu in een warme tijd, 120.000 jaar geleden hadden we ook een warme tijd, toen stond de zeespiegel 12 meter hoger. Dat ritme kunnen we als mens niet beïnvloeden, zo nu en dan staat de aarde anders. Dat heet de Milanković-parameters. Over 40.000 jaar wordt het weer kouder. Alles wat er gebeurd is in die warme periode en wat in onze bodem zit, halen we nu eruit en daarom stijgen die broeikasgassen. Het klimaat is afhankelijk van vulkanen, met het ritme van 120.000 jaar, maar daarover heen komt die enorme hoeveelheid oude koolstof en dat gaat in zulke grote hoeveelheden dat we dat als mens beïnvloeden. De temperatuur gaat stijgen, de mens is zo’n krachtige soort geworden dat we het klimaat negatief beïnvloeden.”

Hoe zit het nu met voedsel, klimaatverandering en broeikasgassen? Voedselproductie, verwerking, transport en consumptie zijn tezamen verantwoordelijk voor 20 tot 30 % van alle broeikasgassen. Een koe produceert net zoveel broeikasgassen als een gemiddelde auto. De veengebieden in Nederland produceren evenveel CO2 uitstoot als 2 miljoen auto’s. Bodemdegradatie en grondwaterstand verlaging, vooral door landbouw, heeft miljoenen tonnen koolstof in de atmosfeer gebracht. Hoe we met de bodem omgaan is cruciaal in het klimaatverhaal. De bodem is heel belangrijk. In de bovenste meter van de bodem nog steeds ongeveer 2 maal zoveel koolstof als in de atmosfeer. Door andere bodembewerking en gebruik van geschikte gewassen en het gebruik van mycorrhiza kan wereldwijd 10 tot 30 % van de jaarlijks emissie van koolstof in de bodem worden opgenomen. We zijn te ver doorgeschoten, Mansholt erg belangrijk geweest in de groene revolutie. Hoe gaan we vooruit met de kennis die we nu hebben? De stelling van de heer Vellinga is: “We zijn wel bezig om te veranderen, we zijn te laat begonnen, maar we zijn wel bezig.De huidige focus op efficiency en meer dieren per vierkante meter, daar redt je het niet meer mee. Het basissysteem moet op de schop, we moeten radicale andere keuzes maken op het gebed van landbouw en voedsel. Voor de productie van plantaardige eiwitten, wordt maar 25% broeikasgassen geproduceerd ten opzichte van dierlijke eiwitten, productie van plantaardig eiwit gebruikt 25% van het landoppervlakte geproduceerd ten opzichte van dierlijke eiwitten en verbruikt 98% minder water. Willen we hier met 10 miljard mensen wonen, dan zullen we ¾ vegetariërs moeten worden. Minder vlees en minder zuivel. We zullen meer vruchten en meer noten moeten eten. “

Vraag uit de zaal: “Is biologische landbouw het echte alternatief?” Vellinga; “Ik denk het wel, 30% van ons salaris gaat naar wonen, 5-9% gaat naar voedsel. Vroeger ging 16-20% van salaris naar voedsel. Het eten is te goedkoop geworden. In Wageningen zegt zelfs Fresco, het kan niet, maar dat is niet waar! Het moet op een andere manier. Biologische landbouw staat nog maar aan het begin. Zeker voor de industrie is er minder geld te verdienen. Gedeputeerde Kramer van de FNP is moedig, maar hij heeft zich echt wel laten informeren. De nieuwe farmacy kan de farmer zijn. Er wordt weer een vraag gesteld: “Heeft vleesproductie ook een rol in de bodemvruchtbaarheid?” Vellinga: “Ja, die hebben wel een rol, maar niet in die hoeveelheid die we nu hebben.”

De verwachting is dat het in de winter meer gaat regenen en dat het in de zomer vermoedelijk wat minder gaat regenen. Wat betekent het voor u als u gewassen kweekt? De gemiddelde temperatuur gaat 2 tot 3 procent omhoog. Het groeiseizoen is hierdoor langer en de groeisnelheid is hoger door de hogere co2 concentratie. Er valt meer regen, buien, ook hagelbuien zijn heftiger. Droogte komt vaker voor, en de periodes duren langer, ook komt er een droger voorjaar. Er komt minder nachtvorst, maar nieuwe plagen en plaagdieren, daarnaast is er een toename van verzilting in de kustgebieden.

Er wordt in de zaal een compliment gemaakt over het verhaal van hoogleraar Vellinga: “Interessant verhaal, maar als je al die dingen bij elkaar zet, hoe krijg je dat dan voor elkaar? Want dan kom je met de politiek in mondiale politiek.” Vellinga: “De bedrijven die in de 90er jaren hebben gekozen voor duurzaamheid, doen het economisch gezien beter. De groei van de biologische producten gaat 3 keer zo hard. Ik ben ook een trendwatcher, biologische boeren verdienen nu al meer dan conventionele landbouwers.”

Written by Webmaster