Lambert Sijens: “Momenteel is de tendens heel snel, heel veel en heel goedkoop voedsel produceren. We kweken denk ik de grootste collectie eetbare gewassen in Nederland bij de Tuinen van Weldadigheid in Veenhuizen. Wij kweken dat voor vermeerdering en deels voor verse productie. Ons bedrijf bestaat ook uit toeristische en educatieve activiteiten. Zo organiseren we bijvoorbeeld de jaarlijkse plantjesmarkt op 19 mei, daarnaast organiseren we diners in de kas en rondleidingen, en is er dagbesteding en re-integratie in ons bedrijf. Dit zijn vaak jonge jongens die in hun schoolperiode zijn vastgelopen en die hebben structuur nodig naar stabiel bestaan.
Nu dit weer (buiten is momenteel een dikke bui), ik ben blij met de regen nu, maar eind februari werd ik een beetje onrustig. Het was zulk mooi weer. De grond is nog steeds droog van de droogte van vorig jaar.
We zijn bij de Tuinen van Weldadigheid begonnen met Vergeten Groente, dat is nu een beetje zijn hoogtepunt voorbij, pastinaak en schorseneer kent iedereen wel, haverwortel en brave hendrik zul je nooit bij de AH vinden. Er zijn wel nieuwe vergeten groentes, zoals de savooiekool en pronkbonen.
Wij proberen nu de groentes die in andere landen groeien en we proberen te ontdekken en te kijken wat er in Nederland wil groeien. Zoete aardappelen, dat is een tropisch gewas, kun je vermeerderen op 30 graden. In een goede zomer halen we 2 kilo per plant, het kan wel!
Zo was ik 25 jaar geleden al aan het knoflook telen in mijn moestuin in Zwolle, ik haalde de knoflook het uit Oost Europa en VS en dat zijn vergelijkbare klimaten. Als je een knoflook uit Zuid Frankrijk hier gaat kweken dan oogst je van die kleine bolletjes, maar als je er een hebt uit Oezbekistan of de Baltische staten krijg je hele mooie knoflook en dat wil prima.
Naast exoten zijn er heel veel andere dingen waarmee je kan experimenteren. Diversiteit is ons motto. Wij doen niks aan luizen, we hebben wel lieveheersbeestjes, zodra er veel luizen komen, lossen de lieveheersbeestjes dat weer op. Als je op kleine schaal moestuiniers is het moeilijk om tot een robuust systeem te komen. Vooral in biologische moestuinen op volkstuin complexen krijg je heel veel ziektes. Als je een wat groter gebied hebt zoals ons kun je een mooi evenwicht laten ontstaan.
Ik doe groenteteelt op lange bedden. Russische bladkool, savooiekool, palmkool. Brave hendrik is familie van de meldes, die zul je niet bij de AH vinden, want je moet het blaadje voor blaadje plukken, die kun je niet machinaal oogsten. Wel heel interessant voor je moestuin, het wordt nooit ziek, en drie kwart van het jaar kun je dit oogsten. Ze noemen dit ook wel Nieuw-Zeelandse spinazie.
Wij werken in de zomerperiode met buitenlandse vrijwilligers, vanuit de hele wereld. Vorig jaar was er iemand uit australe, die zag een bedje met Nieuw Zeelandse spinazie, en die zei: “Dat is onkruid bij ons, dat groeit langs het strand!”
Gekleurde snijbiet kennen jullie misschien wel. Brede wit ribbige snijbiet. Gewone bonen zijn zelfbestuivend, sperziebonen, snijbonen en bruine bonen, die kweken we naast mekaar.
Rabarber, we hebben 40 verschillende soorten. Bladkleur, bladvorm, dikte van de stengel, zijn echt wel verschillend. Ze zijn afkomstig van de collectie van Jaap Stamming, van Texel, rabarber komt oorspronkelijk uit Rusland maar is al heel lang in onze cultuur. Ze worden wel eens als zaad vermeerderd maar dan heb je vaak dat ze snel in de bloei schieten. Het is een mythe dat groene rabarbers zuur zijn en rode rabarbers zoet, dat is niet waar. We hebben dat vorig jaar blind getest met een panel.
Heel veel soorten boontjes, leuk experiment, boon uit de collectie van Anton Zeven, na de Tweede Wereldoorlog heeft hij een project met bonen gedaan. Studenten kwamen uit heel Nederland, studenten moesten zaadjes uit heel Nederland meenemen, een van die boontjes werd daar dikkontjes genoemd. Alle boontjes uit de collectie van Anton Zeven zijn uitgestorven geweest. In de jaren 70 zouden ze bijna weggegooid worden, toen zijn ze naar een zadenbank in de VS gestuurd, wij hebben een brief gestuurd, of we van elke soort een aantal zaden konden krijgen, en die hebben we opgestuurd gekregen. Per soort konden we zien hoeveel opbrengst er was, zo kun je zien welke interessant zijn om te kweken.
De Stiense boon is een pronkboom, die kan niet naast een andere pronkboon, want dan gaan ze kruizen. Dit oude ras werd vroeger geplant rondom de tabaksplanten om de wind te vangen zodat het tabak in de luwte lag. De tabaksarbeiders mochten dan de boontjes plukken en die hadden een wintervoorraad aan gezonde eiwitten.
Sla uit de winkel is veel wateriger, sla van ons concentreert zijn smaak. De bonen die je in de supermarkt koopt zijn afkomstig van maar een paar rassen, omdat ze machinaal geoogst moeten worden, dan kan alleen met lage banen, geen stokbonen, en bij de lage bonen moeten alle boontjes tegelijk rijp zijn. En ze moeten harder dan gemiddeld zijn anders breken ze in de machine. Die koop je bij de AH en de lekkerste maak je in je eigen moestuin.
We hebben 100 soorten verschillende aardappelen. Alle aardappelen die paars van binnen zijn heten truffelaardappelen. De smaak wordt niet beïnvloed door de kleur. Wij kweken alleen rassen die niet op de Europese rassenlijst staan, want kwekers melden die aan en die moeten daar voor betalen. Die krijgen controle door de NAC en wanneer hij niet te veel ziektes heeft, krijgt hij een certificaat en die mag je op die manier te kopen. Wij doen dat niet omdat wij maar hele kleine oplages hebben.
Vruchtwisseling bij ons is één op zes, vruchtgewassen zoals pompoen, courgettes, komkommer, bonen en aardappelen. Colorado kever vorig jaar was een drama. Die vinden de warmte heel fijn. Wat ik heb geleerd in de afgelopen jaren, is dat de eerste kevers komen wanneer het de eerste dag 25 graden is, als je de eerste vlucht kan pakken, dan maken ze geen eitjes. De Colorado kever heeft geen natuurlijke vijanden.
Phytoftora; wij proberen daar zo goed mogelijk mee te leven. Wij poten vroeg, eind maart, ik denk dat het dit jaar niet zal lukken. Als ze zo vroeg mogelijk in de grond gaan, dan kunnen ze zo lang mogelijk groeien tot de phytoftora komt. Luister naar de oude generatie. Als wij phytoftora geconstateerd hebben, dan verwijderen we zoveel mogelijk het loof, en wassen we onze handen goed. Niet gelijk de aardappels gaan rooien, dan besmet je ze! Je trekt het loof eraf en legt ze op de ruggen te drogen. Phytoftora kun je zien als er kleine bruine plekjes en vlekjes onderaan de plant verschijnen. Vanaf half juni kan je het ook ruiken.”