Molleboon

Naam
Molleboon  

Ouderdom
onbekend

Omschrijving
De Molleboon is een tuinbonenras dat werd gebruikt voor het maken van een typisch Groninger snack.   

Geschiedenis

Een molleboon is eigenlijk een geroosterde en gezouten tuinboon die in Groningen als een soort zoutje werd gegeten. Daar kunnen verschillende soorten tuinbonen voor gebruikt worden, zoals paardenbonen, wierdebonen en Waalse bonen. Dat dit ras de naam ‘Molleboon’ heeft gekregen, wijst erop dat het oorspronkelijke ras van deze tuinboon onbekend is maar dat het gebruikt werd voor het maken van mollebonen. Naar alle waarschijnlijkheid is het een oud landras van een paardenboon.

Een landras is een gewas dat sterk verbonden is aan een bepaalde regio en dat zich door de jaren heen heeft aangepast aan de groei- of leefomgeving. Het gewas wordt wel door mensen in stand gehouden, maar er vindt geen noemenswaardige selectie plaats. Een landras is dus iets anders dan een ras dat door een kweker geselecteerd, veredeld en/of ontwikkeld wordt om op de markt te brengen. Daarom is er vaak ook geen exact jaartal aan het ontstaan te koppelen.  

De tuinbonen die gebruikt werden voor het maken van mollebonen, werden veelal in de Groninger kuststrook verbouwd. Toch zijn mollebonen onlosmakelijk verbonden met de stad Groningen. Stadjers worden niet voor niets ‘mollebonen’ genoemd. Die bijnaam lees je overal, ook al in negentiende-eeuwse bronnen. Misschien had het te maken met het grote aantal mollebonen-branderijen dat ooit in de stad te vinden was. Bekende branderijen waren die van R. Warner aan de Ganzevoortsingel en Firma Straatman (later Perdok) aan het Zuiderdiep. Interessant genoeg waren zowel Warner als Straatman bakkers. De mollebonen zullen tijdens het bakken van brood en koek dus gewoon in de oven zijn mee geroosterd.

Vroeger stonden mollebonen overal in Nederland bekend als een Gronings lekkernij. Zo stond er in de Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 21 juni 1947: “Echte Groninger Mollebonen, als noten zo groot, als pinda’s zo lekker. Vers gebrand. Per 2 ons 0,25 ct.” En in de sportbijlage van het Dagblad voor Noord-Limburg stond op 12 januari 1957: “Fortuna [Sittard] zal zich geen Groninger mollebonen voor citroenen laten verkopen”.

In de tweede helft van de twintigste eeuw raakten mollebonen uit de mode. De laatste branderij in de stad sloot in de jaren zeventig haar deuren. Toch lijkt de molleboon de laatste jaren aan populariteit te winnen. Inmiddels zijn mollebonen weer in toeristische winkels te vinden, maar die zijn niet in Groningen geproduceerd (ze komen uit China!).

Teelt

  • Voorzaaien (binnen)
    Zaai de bonen van half februari tot half maart in een P9-potje. Plant ze uit vanaf begin april.
  • Direct zaaien (buiten)
    Zaai de bonen in oktober in rijen in de volle grond, op 5 cm diep, 20 cm van elkaar met een rijafstand van 60 cm. Zaaien in februari of maart kan ook.
  • Oogsten voor verse consumptie
    Als je in de herfst gezaaid hebt, kun je de bonen in juni al oogsten. Als je ze in het voorjaar gezaaid hebt, kun je ze in hoogzomer oogsten. Oogst de bonen als de peulen mooi groen en nog zacht zijn, en je de bonen duidelijk in de peul kunt voelen.
  • Oogsten voor wintervoorraad of zaadgoed
    Laat de bonen staan tot de peulen zwart en droog geworden zijn. Oogst de bonen en laat ze nog even nadrogen in huis, tot ze keihard zijn. Doe ze ca. een week in de diepvries om de aanwezigheid van eventuele bonenkevers te elimineren. Laat ze daarna weer ontdooien en opdrogen.  

Zaadgoed

De Molleboon is verkrijgbaar bij: