In het Zuiden halen, in het Noorden verdienen: bedrijven konden tot nu toe met genetische bronnen van planten en dieren ongeremd geld verdienen, zonder te hoeven delen. Sinds 2014 is het Nagoya-Protocol in werking: de nieuwe regels kunnen de biopiraterij een voet dwarszetten.
Stevia is een voorbeeld hiervan. De uit deze plant geëxtraheerde zoetstoffen zijn tot 300 keer zoeter dan suiker en veroorzaken noch diabetes, noch cariës. Een natuurlijk zoete plant, die de inheemse volken al honderden jaren gebruikten, verovert nu als gezond suikeralternatief de levensmiddelenmarkt: ze wordt gebruikt in softdrinks, in chocola en in zoetwaren. ‘Gefabriceerd met de traditionele kennis van de Guarani-Indianen’, zegt de reclame. Een bittere pil voor de inheemse bevolking van de Guarani in Paraguay zelf, die stevia sinds honderden jaren gebruiken en de traditionele kennis hierover ontwikkeld hebben. Als het aan de bedrijven ligt, krijgen de Guarani niets van deze stevia-miljarden. Liever concentreren de concerns zich op de wedloop om de patentering van de inhoudstoffen, die de synthetische bereiding van de stevia-zoetstoffen mogelijk maakt.
Indiase meloen in handen van Monsanto
In januari herriep het Europese patentenbureau een patent op een meloensoort. Bij dit patent claimde het Amerikaanse bedrijf Monsanto deze plant als een uitvinding, vanwege een natuurlijke, zonder gentechniek veranderde resistentie tegen bepaalde virussen.
Deze resistentie was in de Indiase meloen ontdekt en ingekruist in andere soorten. Duidelijk werd, dat dit patent een daad was van biopiraterij onder de Indiase en internationale overeenkomsten. Het concern probeerde dit oorspronkelijk Indiase zaadgoed als intellectueel eigendom te claimen. De acties van ‘No patents on Seeds’ en de Indiase regering bleken effectief: het patent werd herroepen.
Voordeelscompensatie in plaats van uitbuiting
Dergelijke gevallen moet in de toekomst het ‘Nagoya-Protocol’ voorkomen. Het Nagoya-Protocol moet zekerstellen dat de gebruikers van genetische bronnen (meestal uit het Noorden) de oorspronkelijke instandhouders van deze bronnen (meestal in het Zuiden en tegelijkertijd dragers van met deze bronnen verbonden traditionele kennis) compenseren.
Deze vergoeding wordt ‘voordeelscompensatie’ genoemd en kan monetair of niet monetair gebeuren. Deze regeling is sinds 12 oktober 2014 van kracht en ook in de EU geratificeerd.
Het Nagoya-protocol is in 2010 in de Japanse stad Nagoya afgesloten. Het is een internationaal verdrag, om biopiraterij te verhinderen. Het geeft een volkenrechtelijke basis voor de toegang en het gebruik van ‘genetische bronnen’, – dit wil zeggen planten, micro-organismen en dieren – en een ‘rechtvaardige voordeelstoegang’. De biopiraterij, die vooral de in ontwikkelingslanden plaatsvind, moet zo ingedamd worden.
Het basis idee is, dat als genetische bronnen uit bijvoorbeeld de regenwouden, van zeldzame planten of uit koraalriffen commercieel gebruikt worden, dat het land of de gemeenschap, waar deze bronnen vandaan komen, door middel van verdragen verzekert zijn hieraan te participeren.
Het Nagoya-Protocol zet zo zijn doelen van de Verenigde Naties conventie over biodiversiteit van 1993 om en is sinds 12 oktober 2014 van kracht. Ook de Europese Unie heeft het protocol geratificeerd.
[kader] Ook privé-personen zijn verantwoordelijk
Ook voor particulieren geldt het Nagoya-Protocol. Iedereen die bv. zaadgoed gebruikt of koopt, is verplicht naar beste vermogen zich te informeren, waar het zaad- of plantgoed vandaan komt. Wat de ‘genetische bron’ is, of waar het oorspronkelijk vandaan komt, en ook te documenteren, van wie hij/zij dit gekregen heeft. Zou deze persoon ooit winst met deze genetische bronnen maken, wordt de ‘voordeelscompensatie’ van kracht. Natuurlijk heeft een privé-persoon niet dezelfde mogelijkheden als een bedrijf. Hier geldt in Europa de wetsregel ‘zorgvuldig onderzoek’.
Nagoya-Protocol mogelijk instrument tegen patenten op leven
Volgens Fulya Batur, medewerker van Oostenrijkse zadenorganisatie Arche Noah in Brussel geeft het Nagoya-Protocol mogelijkheden om patenten te verbieden. Daarnaast kunnen patentbureaus in theorie functioneren als ‘checkpoints’ om bio-piraterij te voorkomen. In het Europese recht is dit helaas niet vastgelegd, maar nationale regeringen kunnen dit wel doen. Noorwegen heeft dit al laten zien.
In de praktijk loopt de EU niet hard met de naleving en invoering van het protocol. Er heerst nog veel rechtsonzekerheid. Bedrijven hebben het relatief makkelijk en de compensatieregeling is slecht gezekerd. Bedrijven zullen nog niet ophouden, biodiversiteit uit te buiten. In India en Brazilië daarentegen hebben al sterke en duidelijke wetten geïmplementeerd.
De Verenigde Staten doen niet mee
De VS heeft het verdrag niet geratificeerd. Zij willen niet dat hun bedrijven in het buitenland de Nagoya-regels moeten naleven. De Amerikaanse genenbanken en bedrijven hebben hun eigen interne procedures om de herkomst van genetische bronnen te achterhalen.
Monique Wijn
Artikel geïnspireerd door Arche Noah Magazine, april 2016